Vogels

Vogels die zichzelf kaalplukken.


Het zichzelf kaalplukken kan de volgende oorzaken hebben:

  • stress
  • virusinfectie PBFD
  • incomplete voeding
  • parasieten
  • verwondingenorgaanziekten, vergiftigingen, bacteriële infecties en schimmelinfecties
  • frustratie


Ten gevolge van stress kan een papegaaiachtige zichzelf gaan kaalplukken. Wanneer een vogel in de natuur zich veilig waant en rustig is gaat hij zijn verenpak verzorgen: dit geeft het dier een goed gevoel. Wanneer een vogel in gevangenschap onder stressomstandigheden zit, kan dit resulteren in veel heftiger en hardhandiger poetsgedrag. Dit leidt de vogel af van zijn stress. Hierdoor wordt het gevoel beter, maar de veren breken af of worden afgeknipt. Wat opvalt aan deze dieren is dat ze kortere of pluizige veren hebben. En dat die delen van het lichaam, waar de vogel niet bij kan, er prima uitzien. Het ongewenste gedrag begint aan de voorborst, hals en schouders.

Een tweede oorzaak voor kale parkietachtigen is een virusinfectie genaamd PBFD ("bek en verenziekte"), deze ziekte geeft problemen bij parkietachtigen na de eerste rui, waarna de veren niet mooi teruggroeien. De ziekte past dus bij een jonge vogel na de eerste rui die verspreid over het gehele lichaam klachten kan hebben. Deze ziekte is in het bloed te testen door de dierenarts.

Ten gevolge van onjuiste (lees incomplete) voeding (zie later) kunnen die zgn. hyperkeratose d.w.z. overmatige hoorn/schilfervorming op de huid ontwikkelen wat jeuk kan veroorzaken.

Er kunnen parasieten voorkomen bij de vogels die jeuk geven, waardoor ze zichzelf kaalplukken. Deze ziekten komen zeldzaam voor, meestal alleen als de vogels in een buitenvoliëre zitten.

Bij verwondingen aan de huid, die lang niet altijd door de eigenaar worden opgemerkt, zie je dat vogels niet rustig afwachten totdat de huid genezen is maar wanneer de wond pijn doet of begint te jeuken beginnen ze te bijten of krabben, met ook kaalheid tot gevolg. Wat begint met een kromme veer kan tot een bloederige massa leiden in enkele dagen.

Als weinig voorkomende oorzaken voor verenplukken moeten worden genoemd; orgaanziekten, vergiftigingen, bacteriële infecties en schimmelinfecties. Al deze dingen kunnen een geïrriteerde huid waardoor het dier kan gaan verenpikken.

Om ongewenste verenpikken uit frustratie te behandelen zal eerst alle infectieuze oorzaken moeten uitsluiten en soms moet je ze juist behandelen omdat het dier t.g.v. het krabben een infectie heeft opgelopen. De oorzaak van de frustratie ligt vaak in eenzaamheid of te weinig aandacht. Het dier verveelt zich. Mogelijke dingen die kunnen helpen zijn:
 

  • Een partner, maar dit stopt niet altijd het plukken en soms klikt het niet en dan kunnen bepaalde soorten vogels gewelddadige gevechten met elkaar uitvechten waarbij de veren in het rond vliegen.
  • Meer (bewegings-)ruimte bieden aan de vogel evt. een buitenvoliëre waarin de vogel kan rondvliegen.
  • Volledige voeding liefst gepelleteerd waardoor alle essentiële voedingsstoffen binnenkomen om goed door de rui heen te komen.
  • Zorg er voor dat de vogel desgewenst kan wassen, eventueel kunt u de vogel besproeien met een plantenspuit (1 á 2 maal per dag)
  • Speeltjes in de kooi; let er wel op dat na verloop van tijd een, in eerste instantie geweldig, speeltje verveelt. Verander de speeltjes elke dag of 2 dagen en na 14 dg kunt u dan weer het eerste speeltje aanbieden.
  • De radio aanzetten op een praatprogramma leidt af en werkt stressverlagend doordat het voor de vogel lijkt alsof er nog mensen in huis zijn. Zet de radio wel in andere ruimte ; de vogel is niet zo dom dat hij dat niet doorheeft.
  • Wanneer een papegaai aan zichzelf is gaan plukken is soms de enige optie die u hebt, om een goed verenkleed terug te laten groeien, een kraag. Het doorkomen van nieuwe veren veroorzaakt namelijk weer jeuk en hierdoor kan de vogel in een vicieuze cirkel geraken. Gebruik het wel als laatste redmiddel en altijd in combinatie met andere stressverlagende maatregelen.


Let op: Verenplukkers kunnen ook na tijdelijke verbetering terugvallen in hun oude patroon, u moet dus blijvend het dier uitdagen zodat de kans hierop zo klein mogelijk is. Verder moet u een verenplukker GEEN aandacht geven. Niet bestraffen; niet eens naar het dier kijken. Alle aandacht (dus ook negatieve) is precies wat de vogel wenst. Negeren en nog eens negeren is het advies. U versterkt met aandacht geven het negatieve gedrag en bent ongewild medeschuldig!

Als de vogel te lang aan zichzelf heeft zitten plukken kan onherstelbare schade optreden aan de veerfollikels met als gevolg dat de veren niet meer teruggroeien. U houdt dus een kale vogel over. De enige optie die u dan heeft is dit accepteren, maar u moet er wel voor zorgen dat de kale vogel in het vervolg zich niet meer verveelt.


Terug